Wat is er nieuw in 2022 voor ondernemers?

begin van 2022
07/03/22

Traditiegetrouw is er heel wat fiscaal nieuws te signaleren bij het begin van een nieuw jaar. Deze keer bleef het een beetje spannend tot op het laatste moment omdat de goedkeuring van een belangrijke wet vertraging opliep. Maar intussen is de wet in kwestie goed en wel goedgekeurd en gepubliceerd in het Staatsblad op 28 januari (wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen). We kunnen nu dus een definitief overzicht geven van de nieuwe fiscale maatregelen die in werking getreden zijn op 1 januari 2022. Hieronder beperken we ons tot de nieuwigheden die van belang zijn voor ondernemers in de vennootschapsbelasting en de personenbelasting.

VVPRbis

De wellicht opvallendste nieuwigheid is dat het VVPRbis-regime op enkele punten strenger gemaakt wordt. Zo moeten vennootschappen die al bestonden vóór de aanpassing van het stelsel aan het nieuwe vennootschapsrecht (mei 2019), toch nog voldoen aan de “oude” volstortingsplicht. Zij moeten hun kapitaal desgevallend dus eerst verhogen tot 18.550 euro vooraleer ze het gunsttarief kunnen toepassen op hun dividenduitkeringen. Een vrijstelling van volstorting waartoe beslist zou zijn op de algemene vergadering, verandert daar niets aan (zie ons artikel “VVPRbis: volstorten is (blijft) de boodschap”).

Daarnaast wordt de uitsluiting van preferente aandelen “verduidelijkt”. Aandelen die niet-preferent waren bij de oprichting of bij de inbreng, moeten niet-preferent blijven. Ze mogen dus nadien niet preferent gemaakt worden (zie ons artikel “VVPRbis: geen preferente aandelen, ook later niet”).

Investeringsaftrek

Vanaf 1 januari 2022 geldt er ook een verhoogde investeringsaftrek voor de aankoop van vrachtwagens op elektriciteit of waterstof en voor de installatie van laadstations of tankinfrastructuur voor waterstof voor dergelijke vrachtwagens. Het tarief van de investeringsaftrek bedraagt 35% tijdens de eerste twee jaar maar daalt daarna geleidelijk (zie ons artikel “Verhoogde investeringsaftrek (tot wel 35%) voor groene vrachtwagens en infrastructuur” – merk op dat de datum van inwerkingtreding aangepast is sinds onze bespreking van de ontwerpteksten).

Op het vlak van de investeringsaftrek is er echter ook minder goed nieuws. Met het einde van de meeste fiscale coronamaatregelen keren we terug naar de regel dat niet-gebruikte investeringsaftrek slechts één jaar overdraagbaar is. De termijn was, om een antwoord te beiden op de coronacrisis, tijdelijk op twee jaar gebracht voor investeringen uit de periode van 1 januari 2019 tot 31 december 2021.

Fiches

Er zijn ook nieuwe verplichtingen inzake fiscale fiches, meer specifiek met betrekking tot eigen kosten van de werkgever die worden terugbetaald op basis van bewijsstukken. Als een werkgever kosten terugbetaalt aan werknemers op basis van bewijsstukken (te onderscheiden van terugbetaling op basis van forfaits), moet van elke terugbetaling het bedrag vermeld worden in de rubriek diverse inlichtingen op de fiches. Tot nu toe waren geen bedragen nodig maar kon een “ja” volstaan.

Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing

De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor opleidingen wordt bijgeschaafd. De regeling wordt op enkele punten verduidelijkt, bijvoorbeeld door de vereiste van 10 dagen opleiding te vervangen door het gemakkelijker hanteerbare criterium van 76 uren. Anderzijds wordt het toepassingsgebied van de maatregel ingeperkt door te specificeren dat een opleiding die begonnen is in een vorige periode en al gedeeltelijk recht heeft gegeven op het fiscale voordeel tijdens die periode, niet meer meetelt om aan het vereiste aantal opleidingsuren te raken tijdens een volgende periode van 30 dagen (het tijdsperspectief waarbinnen beoordeeld wordt of het vereiste aantal opleidingsuren gehaald wordt), ook al valt het tweede deel van die opleiding in die tweede periode.

Ook voor sportclubs bestaat een variant op het systeem van vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Het percentage van de “vrijstelling” wordt verlaagd van 80% tot 75% en de voorwaarden worden iets strikter, maar de vorig jaar aangekondigde drastische hervorming van het stelsel is voorlopig van de baan.

Beroepskosten

Nog voor sportclubs is er ook een nieuwigheid inzake beroepskosten: een beperking van de aftrek van makelaarsvergoedingen (tot 3% van de brutobezoldiging van de betrokken sporter). Die maatregel geldt echter alleen in de vennootschapsbelasting, niet in de personenbelasting.

Inzake beroepskosten valt voorts nog te melden dat regularisatieheffingen en sommen die betaald worden in het kader van een minnelijke schikking, niet langer aftrekbaar zijn. Dat komt nu expliciet in de wet te staan, maar in de praktijk verandert er in principe niets, want meestal verwierp de fiscus toch al de aftrek.

Expats

Het speciale regime voor “buitenlandse kaderleden” wordt vervangen door een totaal nieuw systeem. Zoals vroeger biedt het systeem de mogelijkheid voor werkgevers om op een fiscaal aantrekkelijke manier buitenlandse specialisten naar ons land te halen. Voortaan krijgen die echter het statuut van “inwoner”. De betrokkenen worden niet langer fictief behandeld als niet-inwoners.

Er zijn twee categorieën: “ingekomen belastingplichtigen” en “ingekomen onderzoekers”. Voor de eerste categorie is er een beperking in de vorm van een loongrens van (als minimum) 75.000 euro. De essentie van het systeem is dat 30% van het brutoloon (met een maximum van 90.000 euro) beschouwd mag worden als een belastingvrije terugbetaling van eigen kosten van de werkgever.

Het nieuwe stelsel biedt meer rechtszekerheid omdat het niet langer enkel gebaseerd is op een circulaire maar nu opgenomen wordt in de wetgeving. Bovendien staat het nu ook open voor werkgevers die niet tot een internationale groep behoren.

Forfaitaire aanslagstelsels

De forfaitaire stelsels van aanslag doven uit. Onder meer bakkers, slagers, kappers, dagbladhandelaars, caféhouders en uitbaters van een frietkraam konden dankzij die regeling op forfaitaire basis belast worden. Dat stelsel verdwijnt definitief in 2028. Toch is er ook al voor 2022 nieuws te melden. Vanaf 1 januari 2022 is het namelijk niet meer mogelijk in te stappen in het systeem. Wie er tot nu toe gebruik van maakte, mag het dus voorlopig blijven toepassen, maar nieuw kiezen voor het systeem is vanaf nu niet meer mogelijk.

Meewerkende echtgenoten

Tot slot zijn vervangingsinkomsten van meewerkende echtgenoten voortaan expliciet belastbaar. In de praktijk verandert er daardoor niet veel want de fiscus beschouwde het ontbreken van een precieze wettelijke regeling als een vergetelheid en ging er al van uit dat het inkomen belastbaar was.