Wat is er nieuw in 2022 voor particulieren?

foto van 2022
07/03/22

Traditiegetrouw is er heel wat fiscaal nieuws te signaleren bij het begin van een nieuw jaar. Deze keer bleef het een beetje spannend tot op het laatste moment omdat de goedkeuring van een belangrijke wet vertraging opliep. Maar intussen is de wet in kwestie goed en wel goedgekeurd en gepubliceerd in het Staatsblad op 28 januari (wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen). We kunnen nu dus een definitief overzicht geven van de nieuwe fiscale maatregelen die in werking getreden zijn op 1 januari 2022. Hieronder beperken we ons tot de nieuwigheden die van belang zijn voor particulieren.

Voordelen van alle aard

Een forfaitaire waardering van het voordeel van alle aard voor het kosteloos verstrekken van elektriciteit, is alleen nog maar mogelijk als tegelijk ook een onroerend goed ter beschikking wordt gesteld. Daarmee wordt een stokje gestoken voor plannen van sommige werkgevers om hun werknemers – als onderdeel van een cafetariaplan – een fiscaal gunstig alternatief voor een klassiek loon in speciën aan te bieden (zie ons artikel “Forfaits voor elektriciteit: toepassingsgebied ingeperkt”). Voor bedrijfsleiders die wonen in een woning van hun vennootschap, verandert er dus niets.

Mobiliteitsbudget

Het toepassingsgebied van het mobiliteitsbudget wordt ruimer vanaf 1 januari 2022. Dat stelsel biedt de mogelijkheid om op een fiscaal gunstige manier over te schakelen op een “groen” alternatief voor de klassieke bedrijfswagen of een deel van het autobudget om te zetten in cash. In principe komen meer werknemers in aanmerking doordat de “wachttermijn” van drie jaar verdwijnt. Dat is de termijn vóór het toepassen van het mobiliteitsbudget waarin de werknemer al een bedrijfswagen gehad moet hebben of er recht op hebben gehad. Er blijven wel bepaalde beperkingen.

Daarnaast zijn er nu meer “groene” alternatieven waaraan het mobiliteitsbudget besteed kan worden. Een woning dichter bij het werk kon al, maar meer woningen zullen in aanmerking komen omdat de vereiste dat de nieuwe woonst op maximaal 5 kilometer van het werk moet liggen, versoepeld wordt: een huis op maximaal 10 kilometer afstand mag nu ook. Voorts komen ook kapitaalaflossingen voor een dergelijke woning in aanmerking (vroeger alleen huur en interest). Ook parkeerkosten voor de parking bij een station of abonnementen op het openbaar vervoer voor gezinsleden staan voortaan op het keuzemenu. In andere opzichten wordt de keuzevrijheid dan weer ingeperkt. Een milieuvriendelijkere auto bekostigen met het mobiliteitsbudget mag alleen nog als die auto elektrisch is. Bovendien staat nu in de wet dat het mobiliteitsbudget bepaalde maxima niet mag overschrijden: 1/5 van het brutoloon en 16.000 euro in absolute termen.

Sporters

Er zijn voorts een heleboel nieuwe fiscale regels voor sportbeoefenaars en sportclubs. De maximale leeftijd voor een “jonge” sporter wordt uniform op 23 jaar gebracht (was 26 in sommige gevallen). Die leeftijd is o.m. van belang om te bepalen wie in aanmerking komt voor een gunsttarief in de personenbelasting. De clubs van hun kant kunnen vanouds gebruik maken van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. De voorwaarden worden iets strikter, maar de vorig jaar aangekondigde drastische hervorming van het stelsel is voorlopig van de baan. Daarnaast is er een nieuwigheid: een beperking van de aftrek van makelaarsvergoedingen (tot 3% van het brutoloon van de betrokken sporter). Die maatregel geldt echter alleen in de vennootschapsbelasting, niet in de personenbelasting.

Seizoenarbeiders

Buitenlandse seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw moeten geen aangifte (in de belasting van niet-inwoners) meer invullen omdat de bedrijfsvoorheffing voor hen bevrijdend wordt. Het percentage van de bedrijfsvoorheffing was nog niet zo lang geleden opgetrokken en stemt nu in principe overeen met de effectief verschuldigde belasting. Een belastingaangifte was daardoor eigenlijk overbodig geworden en het leek dus niet meer dan logisch om die mensen te verlossen van die (voor hen) moeilijke administratieve verplichting.

Verkooprecht vastgoed

Buiten het domein van de inkomstenbelastingen is er ook een ingrijpende nieuwigheid te signaleren. In Vlaanderen worden de tarieven van het verkooprecht voor onroerende goederen namelijk hervormd. Blikvanger van de operatie is een verlaging van het tarief voor een eerste woning tot 3% (vroeger 6%). In combinatie met een “ingrijpende energetische renovatie” zakt het tarief zelfs verder tot 1% (vroeger 5%). Datzelfde tarief geldt ook voor de aankoop van een woning die gesloopt en daarna heropgebouwd wordt. Bovendien wordt het toepassingsgebied van die laatste maatregel verruimd door ook woningen in aanmerking te laten komen die leegstaan maar op eender welk moment tijdens de laatste vijf jaar bewoond geweest zijn.

De keerzijde is dat het tarief voor alle andere onroerende goederen verhoogd wordt tot 12% (vroeger 10%). Daaronder vallen niet alleen tweede verblijven en bedrijfsgebouwen maar ook bouwgronden.