Voorafgaandelijke aanmelding van een O&O project of programma: het standpunt van de fiscus in het licht van het Cassatie-arrest van 06 januari 2023

onderzoek en ontwikkeling
05/05/23

Wat voorafging

 

Artikel 275/3, §3, 4de lid WIB92, schrijft voor dat een O&O project of programma maar in aanmerking komt voor een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, indien o.a. de vooropgestelde einddatum van dat project of programma, wordt aangemeld bij BELSPO (d.i. de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid), overeenkomstig het 3de en 6de lid van voormeld artikel.

In mijn artikel “Voorafgaandelijke aanmelding van een O&O project of programma: Cassatie schept duidelijkheid” dat verscheen in Accountancy & Fiscaliteit [jaargang 2023, nr. 9, 09 maart 2023], besprak ik het arrest van het Hof van Cassatie van 06 januari 2023 [Cass. 06 januari 2023, AR F.20.0149.N], waarin dit Hof komaf maakte met de problematiek inzake het ogenblik waarop een O&O project of programma moet aangemeld worden bij BELSPO.

Omtrent dat ogenblik in tijd, sprak het Hof zich uit als volgt:

Uit de tekst van artikel 275/3, § 3, vierde lid WIB92, meer bepaald uit het gegeven dat bij de aanmelding van een project of programma bij de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid opgave moet worden gedaan van de verwachte aanvangsdatum van het project of programma en uit de overgangsregeling vervat in voormeld artikel 4 van de wet van 17 juni 2013 welke zinledig zou zijn indien de aanmelding nog zou kunnen gebeuren voorafgaand aan de toepassing van de vrijstelling, volgt dat de aanmelding dient te geschieden voorafgaand aan de aanvangsdatum van het project of programma.

Hetgeen impliceert dat het ogenblik van de aanmelding de aanvangsdatum van het project of programma moet voorafgaan. Wat betekent dat per definitie, het ogenblik waarop de vrijstelling wordt gevraagd, steeds voorafgegaan wordt door vooreerst het ogenblik van de aanmelding, en vervolgens door de aanvangsdatum . 

Ik stelde in mijn voormeld artikel, ook de vraag hoe nu de fiscus naar dit arrest zal kijken. En ik schreef dat naar alle waarschijnlijkheid, de administratie dit arrest in rekening zal nemen, en dat bijgevolg de belastingplichtige die een beroep wil doen op artikel 275/3, §1, 3de en 6de lid WIB92, zich hier goed van bewust zal moeten zijn. En ook dat de fiscus zijn milde houding, veruitwendigt tot op heden in zijn FAQ nr. 14 (zie hierna), in dat geval zal wijzigen.

 

Het mildere standpunt van de fiscus: FAQ nr. 14

Op het portaal van de fiscus staat tot op dag van vandaag, nog steeds volgende FAQ met het nr. 14 vermeld:

Kan er met terugwerkende kracht bedrijfsvoorheffing worden teruggevorderd, eventueel via bezwaarschrift, voor een onderzoeks- of ontwikkelingsproject of -programma dat over 24 maanden loopt en in de loop van de 20ste maand werd aangemeld, en dit vanaf de eerste maand van het project of programma?

En op die vraag, is (of was - zie infra) het antwoord en dus het standpunt van de fiscus hetgeen volgt:

De aanmelding van een onderzoeks- of ontwikkelingsproject of -programma bij de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid is een wezenlijke voorwaarde die vervuld moet zijn op het ogenblik dat de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling wordt toegepast.

De vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing kan dus slechts worden toegepast vanaf de maand waarin het project of programma bij de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid is aangemeld en werkt niet terug naar een moment waarop die aanmelding nog niet was gebeurd.

Concreet betekent dit dat voor een project of programma dat slechts in de loop van de 20ste maand werd aangemeld, de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling enkel mag worden toegepast voor de resterende looptijd van het project of programma.

Dit wijkt af van het standpunt van het Hof van Cassatie zoals hiervoor besproken.

Overeenkomstig het arrest van 06 januari 2023, is dit Hof van mening dat - overeenkomstig  - een project of programma dat slechts in de loop van de 20ste maand werd aangemeld, de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling niet mag worden toegepast voor de resterende looptijd van het project of programma.

Het was weliswaar even wachten op het nieuwe standpunt van de fiscus, maar dit werd nu op 27/04/2023 kenbaar gemaakt.

 

Circulaire 2023/C/49 over het tijdstip van aanmelding bij de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers

Niettegenstaande het duidelijke standpunt van het Hof van Cassatie, beslist de fiscus om zijn standpunt ter zake dat soepeler is dan het standpunt van het Hof van Cassatie, verder toe te passen tot en met 31/07/2023. Teneinde al doende, de betrokken schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing toe te laten om hun interne procedures aan te passen aan het standpunt van het Hof van Cassatie.

Dit betekent dus dat de fiscus vanaf 01/08/2023, het strengere standpunt van het Hof van Cassatie wel zal volgen. 

Ingevolge verandert de fiscus het antwoord op de FAQ nr. 14 zoals hiervoor weergegeven, als volgt:

De aanmelding van een onderzoeks- of ontwikkelingsproject of programma bij de Programmatorische FederaIe overheidsdienst Wetenschapsbeleid is een wezenlijke voorwaarde die vervuld moet zijn op het ogenblik dat de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling wordt toegepast.

De vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing kan dus slechts worden toegepast vanaf de maand waarin het project of programma bij de Programmatorische FederaIe overheidsdienst Wetenschapsbeleid is aangemeld en werkt niet terug naar een moment waarop die aanmelding nog niet was gebeurd.

De aanmelding moet bovendien gebeuren overeenkomstig de wet d.w.z. met opgave van alle In art 2753, § 3, vierde lid, WIB 92 vermelde verplichte gegevens.

Vanaf 01.08.2023 moet de aanmelding van een onderzoeks- of ontwikkelingsproject of  -programma gebeuren voor de aanvangsdatum van dit project of programma.

Bijgevolg is er een onderscheid te maken tussen:

a. Aanmeldingen voor 01.08.2023

Concreet betekent dit dat voor een project of -programma dat slechts in de loop van de 2Oste maand werd aangemeld en waarbij de aanmelding met opgave van alle wettelijk verplichte gegevens gebeurde vóór 01.08.2023 de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling enkel mag worden toegepast vanaf de 20ste maand en dit voor óe resterende looptijd van het project of programma.

b. Aanmelding vanaf 01.08 2023

Concreet betekent dit dat voor een project of -programma dat slechts in de loop van de 20ste maand werd aangemeld en waarbij de aanmelding gebeurde vanaf 01.08.2023 nooit een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling kan worden toegepast.

 

Dus wat verandert er?

Vanaf 01/08/2023 moet de aanmelding van een O&O project of programma bij Belspo gebeuren vòòr de aanvangsdatum van dat project of programma.

Dit impliceert tegelijk dat er geen vrijstelling van doorstorting meer mogelijk zal zijn voor die projecten of programma’s die op 01/08/2023 lopende zijn, maar nog niet met alle wettelijke verplichte gegevens zijn aangemeld geweest.

Er wijzigt niets voor die projecten of programma’s die met alle wettelijke gegevens aangemeld zijn geweest vòòr 01/08/2023, zelfs al vond de aanmelding in tijd plaats na hun aanvangsdatum. Voor deze projecten en programma’s blijft het voormalige antwoord op de FAQ nr. 14 (zie supra) gelden!

 

Auteur: Jan De Greef - advocaat De Broeck Van Laere & Partners