Vlaamse verlaging verkooprecht eigen woning goedgekeurd, samen met compenserende maatregelen

Op 20 december heeft het Vlaams Parlement zijn definitieve goedkeuring gehecht aan het programmadecreet. Daarin staan de fiscale maatregelen uit het nieuwe Vlaamse regeerakkoord die al op 1 januari 2025 in werking moeten treden.

Blikvanger onder de nieuwe maatregelen is natuurlijk de verlaging van het verkooprecht voor de enige en eigen woning. Het tarief wordt verlaagd van 3% tot 2% (zie ons artikel “Registratiebelasting voor woning daalt van 3% naar 2%”).

Het lagere tarief is van toepassing op notariële akten die vanaf 1 januari 2025 verleden worden en kan dus in veel gevallen ook al ingeroepen worden voor aankopen van woningen die dateren van vier maanden (of zelfs meer) vóór die datum.

Er zijn echter ook compenserende maatregelen.

De belangrijkste daarvan is het optrekken van de zogenaamde “verdachte periode” in de erfenisbelasting. Die periode wordt verlengd van drie tot vijf jaar (zie ons artikel “Verdachte periode in erfbelasting gaat van drie naar vijf jaar”). Goederen die geschonken zijn zonder schenkbelasting te betalen in één van de vijf jaren voor het overlijden, worden dus bij de nalatenschap geteld.

Voorts verdwijnt de belastingvermindering (in de personenbelasting) voor dienstencheques. Cheques die nog gekocht zijn in 2024 mogen nog gebruikt worden in 2025 en komen nog wel in aanmerking voor het belastingvoordeel.

Daarnaast zijn nog te vermelden:

• afschaffing van de vermindering van onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen
• verhoging van het tarief van het verkooprecht voor beroepsverkopers, van 4 % tot 6 %
• afschaffing van de verlaagde tarieven van het verkooprecht en de schenkbelasting voor gebouwen die ingrijpend energetisch gerenoveerd worden
• afschaffing van de gunstregimes voor onroe­rend erfgoed (dat geldt niet alleen in de erfbelasting maar ook in de personenbelasting: de belastingvermindering voor onderhoud en renovatie van beschermde monumenten valt weg).

Bron: Vlaams Parlement, parlementair document 121 (2024-2025) nr. 18