Terugbetaling thuis “getankte” elektriciteit: fiscus publiceert tarief

Nadat de minister en de fiscus een hele tijd moeilijk waren blijven doen over de terugbetaling van elektriciteitskosten aan een werknemer die zijn bedrijfswagen thuis oplaadt, kwam dan drie maanden geleden het verlossende nieuws: een forfaitaire terugbetaling is wel degelijk toegelaten, verklaarde de minister in de Kamer. Moeizaam de werkelijke elektriciteitskosten berekenen is niet nodig. Een en ander wordt nu concreet ingevuld in een circulaire. Daarin is ook het actuele tarief opgenomen.
Als in de “car policy” van een bedrijf staat dat de werkgever de elektriciteitskosten voor zijn rekening neemt die een werknemer maakt door zijn bedrijfswagen thuis op te laden, dan staan de minister en de fiscus in principe toe dat een terugbetaling van die elektriciteitskosten belastingvrij blijft. De terugbetaalde elektriciteitsfactuur wordt dan geacht vervat te zitten in het belastbare voordeel van alle aard voor de auto en geeft geen aanleiding tot een afzonderlijk belastbaar voordeel. Bijkomende voorwaarde was dan wel – vonden zowel de minister als de Rulingcommissie – dat de terugbetaling gebeurde op basis van de “werkelijke” elektriciteitskosten.
Officieel standpunt botst met praktijk
Dat stak schril af bij de gewoonte die in de praktijk was ontstaan om de terugbetaling te baseren op een forfait (voor alle werknemers gelijk) dat overeenstemt met de officieel door de CREG of de VREG gepubliceerde gemiddelde elektriciteitstarieven. De werkelijke elektriciteitskosten berekenen is trouwens aartsmoeilijk omdat er zoveel variabelen meespelen (maatschappij, totaal verbruik, piekmomenten, zonnepanelen, dag/nacht…) en de prijzen sowieso sterk kunnen fluctueren.
Het werd dan ook op gejuich onthaald toen de minister enkele maanden geleden liet weten dat de fiscus toch een forfaitaire terugbetaling zou aanvaarden op basis van een “specifiek” CREG-tarief (zie ons artikel “Terugbetaling thuis getankte elektriciteit voor bedrijfswagen mag dan toch forfaitair”).
Tarief per gewest
Nu wordt in een circulaire bekendgemaakt om welk tarief het precies gaat. Omdat de elektriciteitsprijzen nogal verschillen van gewest tot gewest, hanteert de fiscus voor elk van de drie gewesten een apart tarief. De woonplaats van de werknemer is bepalend. Werkgevers die dat te ingewikkeld vinden, mogen aan alle werknemers (uit de drie gewesten) hetzelfde tarief terugbetalen, maar dan moeten ze wel het laagste van de drie tarieven hanteren. De fiscus zal de tarieven elk kwartaal updaten.
Voor het eerste kwartaal van 2025 bedraagt het tarief (maximaal):
- Vlaams Gewest: 28,22 eurocent/kWh
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 32,94 eurocent/kWh
- Waals Gewest: 32,56 eurocent/kWh