Regeerakkoord belooft heuse procedurehervorming

nota regeerakkoord
11/06/25

Terwijl, wat het fiscale luik van het regeerakkoord betreft, alle ogen gericht waren op de nieuwe meerwaardebelasting, zijn andere maatregelen wat onderbelicht gebleven. Nochtans bevat het regeerakkoord een resem maatregelen op het vlak van de fiscale procedure die een echte omwenteling betekenen. Opvallend is dat een reeks heel recente maatregelen al teruggedraaid zullen worden.

De laatste jaren leek de fiscus steeds meer slagkracht te krijgen, terwijl de belastingplichtige zich geconfronteerd zag met almaar meer verplichtingen. Op die manier dreigt het evenwicht zoek te raken, vindt niet alleen menig belastingplichtige maar ook de nieuwe regering. In het begin februari goedgekeurde regeerakkoord zijn dan ook heel wat maatregelen opgenomen die aan die verzuchting tegemoet komen.

“Modern” sanctiebeleid

Een eerste opvallend punt betreft de minimale belastingverhoging van 10% bij een laattijdige, ontbrekende of onjuiste aangifte. Hoewel de fiscus die sanctie kan kwijtschelden, gebeurt dat in de praktijk eerder zelden, zelfs niet als de belastingplichtige te goeder trouw is. Hoewel het Grondwettelijk Hof een kwijtschelding eerder als de regel dan als de uitzondering ziet, lijkt de recentste (lagere) rechtspraak de strenge houding van de fiscus goed te keuren (zie ons artikel “Is kwijtschelden van belastingverhoging van 10% dan toch (nog) niet de norm?”).

De nieuwe regering neemt zich voor om daar verandering in te brengen. Bij eerste fouten te goeder trouw mag er geen belastingverhoging van 10% meer opgelegd worden. De belastingplichtige krijgt enkel een verwittiging. De focus moet liggen op verduidelijking en bijsturing, aldus het regeerakkoord, niet op bestraffen. En daar wordt aan toegevoegd dat die regel ook geldt voor andere belastingen (dus niet alleen voor de inkomstenbelastingen, waar de recente discussie zich situeerde, maar ook bijvoorbeeld voor de BTW).

Het wegvallen van de “automatische” belastingverhoging van 10% heeft overigens specifiek ook een onmiddellijk gevolg in de vennootschapsbelasting. Want daar is het verbod om o.m. verliezen af te trekken in geval van een belastingsupplement, gekoppeld aan het effectief opleggen van een belastingverhoging van ten minste 10%. Als die laatste sanctie minder frequent toegepast wordt, zullen ook minder vennootschappen met het aftrekverbod geconfronteerd worden.  

In het algemeen moet uitgegaan worden van de goede trouw. Belastingplichtigen te goeder trouw moeten hun aangifte kunnen verbeteren zonder dat daar sancties, boetes of interesten tegenover staan, aldus het regeerakkoord.

Ook het feit dat BTW-boetes snel kunnen oplopen, is al jaren een pijnpunt. Het regeerakkoord belooft daarin verandering te brengen met behulp van een “modern boetebeleid inzake BTW, waarbij in het kader van de vaststelling van dehoogte van de proportionele geldboete onder meer rekening zal worden gehouden met de verzachtende omstandigheid dat de Belgische Schatkist ingevolge de begane inbreuk geen financieel nadeel heeft geleden”.

Formulier 270 MLH (huurbijlage) wordt alweer afgeschaft

Een pijnpunt van veel recentere datum is het formulier 270 MLH. Huurders die de huur in aftrek willen brengen, moeten dat formulier sinds vorig jaar bij hun aangifte voegen om de fiscus in staat te stellen de verhuurder correct te belasten (zie ons artikel “Nieuwe aangifteverplichting voor huurders: kan men een dubbele sanctie vermijden?”). Hoewel die bedoeling op zich niet in vraag gesteld werd, waren de regels voor velen onduidelijk (zie bv. ons artikel “Aangifte vergoedingen voor zakelijk gebruiksrecht op formulier 270MLH: geen afschrijvingen, herhaalt minister”) en bracht de verplichting natuurlijk heel wat administratieve rompslomp met zich mee voor de betrokken belastingplichtigen.

Daarom is nu in het regeerakkoord opgenomen: “De regering zal de bijlage nr. 270 MLH (huurbijlage) zo snel mogelijk schrappen en werken aan een minder administratief belastend alternatief, rekening houdend met de informatie waarover de administratie reeds beschikt.”

Aanslag- en onderzoekstermijnen

Een andere vrij recente maatregel die teruggedraaid wordt, betreft de verlengde aanslag- en controletermijnen die sinds 2023 van toepassing zijn. In essentie keren we terug naar de toestand van vóór 2023. In geval van fraude zal de termijn verkort worden van tien jaar naar zeven jaar. Ook de nieuwe termijnen voor complexe en semi-complexe aangiften worden geüniformiseerd en teruggebracht tot vijf jaar.

Voorts belooft de regering om de gerechtelijke achterstand aan te pakken en fiscale procedures vlugger af te handelen.

Geen dwangsom meer bij niet-medewerking

Tegelijk met de langere termijnen werd ook de mogelijkheid ingevoerd voor de fiscus om een dwangsom te laten opleggen in geval een belastingplichtige weigert mee te werken aan een onderzoek. Sinds vorig jaar wordt die maatregel ook effectief toegepast (zie ons artikel “Dan toch dwangsom voor belastingplichtige die controle dwarsboomt”).

Maar lang zal dat blijkbaar niet meer duren. “Het systeem van dwangsommen dat vandaag van toepassing is wanneer een belastingplichtige met opzet een fiscale visitatie hindert, zal worden vervangen door de toepassing van een minimale belastbare winst zoals voorzien in artikel 342, §1 WIB.”

Charter

Meer in het algemeen vinden sommige belastingplichtigen al langer dat de fiscus wel eens te ver durft te gaan bij een fiscale visitatie, zeker als het gaat om grondrechten zoals de bescherming van de privacy of de onschendbaarheid van de woning. Het aantal betwistingen daarover moet omlaag door in een nieuw “charter van de belastingplichtige” nauwkeurig de rechten en plichten van fiscus en belastingplichtige vast te leggen.

“Een charter van de belastingplichtige zal de relatie tussen de belastingplichtige en de fiscus herstellen. Dit handvest zal o.a. voorzien in een zo sterk mogelijke harmonisatie van de fiscale termijnen, het recht op direct en persoonlijk contact tussen belastingplichtige en fiscus, het recht op een fout wanneer de belastingplichtige te goeder trouw is, het recht op privacy en de onschendbaarheid van de woning zonder specifieke rechtvaardiging of aanleiding en een beperking van de duur van de controles. We garanderen een snelle en efficiënte procedure voor het behandelen van klachten met betrekking tot ernstige interne disfuncties en zorgen ervoor dat de fiscale ambtenaar die het bezwaar behandelt niet dezelfde is als degene die de controle heeft uitgevoerd.”

Op het vlak van de principes is tevens interessant dat het vertrouwensbeginsel verankerd zal worden in de wet. Bedoeling is te “verduidelijken dat belastingplichtigen die een controle op een element uit hun aangifte hebben ondergaan en die praktijk, bij ongewijzigde wetgeving, verderzetten in een volgend belastbaar tijdperk, niet worden gepenaliseerd bij een eventuele latere controle.” Onduidelijk is voorlopig of daarbij ook verduidelijkt zal worden dat het vertrouwensbeginsel of de beginselen van behoorlijk bestuur primeren op het legaliteitsbeginsel. Want dat blijft in deze context het belangrijkste discussiepunt (zie ons artikel “De beginselen van behoorlijk bestuur: terug van weggeweest?”).

Toegankelijkheid

Ook op andere manieren zal gewerkt worden aan een betere relatie tussen fiscus en belastingplichtige. Op dat punt wordt nóg een recente nieuwigheid teruggedraaid. Sinds eind 2022 is in principe geen rechtstreeks contact meer mogelijk met de eigen controleur of de persoon die het dossier behandelt. Van dat beleid wordt nu afgestapt.

Bedoeling is dat er “voor alle lopende fiscale controles en/of geschillen of vragen aan een belastingplichtige er een rechtstreekse en directe toegang is tot de controleur of de dienst verantwoordelijk voor de controle. Meer specifiek zal voor controles […] een uniforme communicatie ingevoerd worden, evenals een duidelijk aanspreekpunt voor de verschillende bevoegde centra (met telefooncodes en e-mailadressen) en de mogelijkheid om rechtstreeks contact op te nemen en indien nodig een afspraak te maken.”

Ook de toegang tot informatie voor de belastingplichtige zal verbeteren. Alle fiscale rechtspraak zal gepubliceerd worden, circulaires zullen sneller verschijnen en de wetgeving zal vereenvoudigd worden.

Regularisatie

Tot slot wordt ook teruggekomen op de beslissing om “definitief” komaf te maken met de mogelijkheid om fiscaal te regulariseren. Sinds begin 2024 is geen fiscale amnestie of regularisatie meer mogelijk. Maar binnenkort krijgen berouwvolle fiscale zondaars toch een nieuwe kans. “In overleg met de gewesten wordt een nieuwe strengere permanente (para)fiscale regularisatie uitgewerkt met een verhoging van de tarieven naar 30% voor wat betreft niet-verjaard kapitaal en 45% voor verjaard kapitaal, behalve voor belastingplichtigen die goede trouw kunnen aantonen.”

 

Bron: https://www.belgium.be/nl/publicaties/regeerakkoord_van_de_federale_regering_bart_de_wever