Kwijtschelding huur wegens corona heeft geen nadelige gevolgen op BTW-vlak

gesloten winkel
11/06/21

Als een verhuurder de huur kwijtscheldt, zijn er op papier ook consequenties voor de BTW. Maar de minister stelt gerust. En zijn standpunt blijft ook gelden buiten de context van een coronacrisis.

Omdat handelaars hun omzet hebben zien kelderen als gevolg van de covid-19-pandemie, kost het hen vaak moeite om de huur te blijven betalen voor hun handelspand. Sommige verhuurders komen hen tegemoet door de huur kwijt te schelden voor de maanden waarin de huurders met acute cashflow-problemen kampen. Onlangs is trouwens een fiscale maatregel genomen die dergelijke kwijtscheldingen aanmoedigt. De verhuurder kan in dat geval namelijk een belastingvermindering krijgen (zie ons artikel “Huur kwijtschelden wegens coronasluiting levert belastingvoordeel op”).

Optie voor onroerende verhuur met BTW

Sinds 1 januari 2019 kan men ervoor kiezen om onroerende verhuur aan BTW te onderwerpen. Dat heeft natuurlijk het grote voordeel dat de BTW op de kosten voor het betreffende pand, afgetrokken mag worden (zie onze artikels “Onroerende verhuur met BTW: fiscus geeft nuttige verduidelijkingen” en “Nieuwe regels voor BTW-herzieningen, niet alleen bij onroerende verhuur”). Maar die aftrek valt weg zodra het pand gebruikt wordt voor een activiteit die geen recht geeft op aftrek van BTW. De oorspronkelijk verrichte BTW-aftrek moet dan herzien worden. Het komt erop neer dat de te veel afgetrokken BTW terugbetaald wordt.

Het probleem is dat een gratis terbeschikkingstelling van een gebouw een handeling is die geen recht geeft op BTW-aftrek. Strikt genomen zou de BTW-aftrek dus herzien moeten worden voor de periode waarin de huurder geen huur betaalt.

Korting, geen gratis terbeschikkingstelling

Maar zover komt het niet volgens de minister van Financiën, die daarover op 31 maart een vraag kreeg in de Kamer.

Als de partijen overeenkomen dat de huurder tijdelijk ontheven is van het betalen van huur, beschouwt de fiscus dat normaal gezien als een prijsvermindering of een korting op de huurprijs, legt de minister uit. De fiscus neemt dus aan dat het niet gaat om een gratis terbeschikkingstelling. Dat is ook logisch, want er is nu eenmaal een huurcontract, waarin het betalen van huur gestipuleerd staat. Een tijdelijke kwijtschelding wil niet zeggen dat er een einde komt aan dat huurcontract.

De minister voegt er nog aan toe dat die redenering niet alleen opgaat in de context van lockdowns en coronabeperkingen maar algemeen van toepassing is. Van zodra er een overeenkomst onder bezwarende titel bestaat, is er geen sprake van een gratis terbeschikkingstelling. Een tijdelijke vermindering of kwijtschelding van de huur wordt dan gewoon gezien als een korting.

Algemeen standpunt

De minister vat het nog eens samen als volgt: de tijdelijke gratis terbeschikkingstelling van een gebouw of een gedeelte van een gebouw in het kader van de uitvoering van een huurcontract wordt dus in de regel door de fiscus beschouwd als een prijsvermindering of een korting op de huurprijs en niet als een gratis terbeschikkingstelling. De verhuurder moet bijgevolg geen herziening van de afgetrokken BTW ten voordele van de Schatkist doen wanneer hij de huur enkele maanden kwijtscheldt om de huurder te ondersteunen in de context van covid-19.

 

Klik hier voor bron. (p. 25-26)