Geen 6% BTW meer voor centrale verwarming op gas of stookolie
Op 17 juli 2025 is in de Kamer de programmawet goedgekeurd. Die omvat ook enkele BTW-maatregelen. De uitbreiding van de regeling voor sloop en heropbouw is er daar één van. De afschaffing van het verlaagd tarief voor het plaatsen van centrale verwarming op fossiele brandstoffen is een andere. Door de vertraagde goedkeuring van de programmawet is de datum van inwerkingtreding uitgesteld. Bovendien wordt al een overgangsmaatregel aangekondigd voor contracten die nog afgesloten zijn of worden vóór de publicatie van de wet.
Als bestanddeel van een “groen” beleid wil de regering ook het gebruik van centrale verwarming op gas of mazout ontmoedigen. Daarom wordt een dergelijke installatie uitgesloten van het verlaagd BTW-tarief. In plaats van 6% zal er 21% BTW betaald moeten worden.
Hout ontspringt de dans
Onder “fossiele brandstoffen” begrijpt men gas en stookolie maar ook steenkool en minder voor de hand liggende alternatieven zoals turf. Hout valt er daarentegen niet onder. Installatie van een systeem dat draait op pellets bijvoorbeeld, kan dus nog wel aan 6%.
We spreken dan wel te verstaan van gevallen waar het verlaagd BTW-tarief gehanteerd kon worden in toepassing van twee populaire speciale regimes voor de bouw: renovatie van een woning van minstens 10 jaar oud, en afbraak en heropbouw. In “gewone” omstandigheden was een verlaagd tarief ook in de huidige situatie al niet aan de orde en verandert er dus niets door de nieuwe maatregel.
Onderhoud en reparaties
Onderhoud, controle en reparaties vallen niet onder de uitsluiting. Nieuwe onderdelen die daarbij geïnstalleerd zouden worden, zijn ondergeschikt aan de hoofdzaak (de dienst die bestaat in het onderhoud of de reparatie) en volgen dus ook het BTW-regime van die hoofdzaak. Tenzij de onderdelen zo duur zouden zijn dat de dienstverlening de bijzaak wordt en de installatie van de onderdelen de hoofdzaak…
Een uitzondering wordt voorts gemaakt voor bestanddelen van het systeem die technisch gesproken ook gebruikt kunnen worden voor een andere verwarmingsinstallatie (die niet draait op fossiele brandstoffen). Een voorbeeld zijn de radiatoren. Die kunnen nog wél geïnstalleerd worden aan 6% BTW (onder de twee genoemde regimes). De verwarmingsketel daarentegen is uitgesloten.
Inwerkingtreding
De inwerkingtreding van de maatregel is een heel kluwen geworden. De geplande datum van inwerkingtreding was 1 juli 2025, en dat stond niet alleen zo in het ontwerp van programmawet maar was ook zo aangekondigd door de fiscus, met de boodschap om daar al op voorhand rekening mee te houden. Maar de goedkeuring van de programmawet liep vertraging op en zou in elk geval niet meer lukken vóór 1 juli.
Daarom is op het laatste moment de datum van inwerkingtreding aangepast voor alle maatregelen die zouden ingaan op 1 juli. De programmawet zal nu in werking treden op de datum van publicatie in het Staatsblad (wordt verwacht tegen eind juli).
Omdat een wet in principe geen retroactieve werking kan hebben, heeft die aanpassing als praktische consequentie dat het verlaagd BTW-tarief in de besproken situaties in elk geval nog van toepassing blijft tot de publicatie van de programmawet. De eerdere berichten van de fiscus veranderen daar niets aan. Dat stelt de fiscus ook zelf in een nieuw bericht op zijn website.
Bovendien wordt een overgangsregeling aangekondigd. Het verlaagd tarief blijft van toepassing op alle contracten die zijn afgesloten vóór de inwerkingtreding van de nieuwe regeling. Daardoor zal het verlaagd tarief verder kunnen worden toegepast, in sommige gevallen ook na de publicatie van de wet.
Voor het nieuwste bericht van de fiscus: klik hier
Voor de programmawet in de goedgekeurde versie: klik hier