Fiscaliteit van laadpalen: fiscus publiceert overzicht van wijzigingen
Het is niet eenvoudig om het overzicht te bewaren over de fiscale voordelen voor de installatie van een laadpaal of laadstation, zeker niet omdat de maatregelen sinds hun invoering al herhaalde malen zijn aangepast. Een pas gepubliceerde circulaire helpt een handje.
Voor ondernemingen zijn twee maatregelen van belang: een verhoogde kostenaftrek voor het installeren van een laadpaal en een speciale investeringsaftrek voor laadinfrastructuur voor elektrische vrachtwagens. Particulieren kunnen een belastingvermindering krijgen als ze een laadpaal plaatsen aan hun woning.
Verhoogde kostenaftrek
De verhoogde kostenaftrek betreft aftrek aan een tarief van 200% tot 31 maart 2023 en 150% na die datum (tot 31 augustus 2024). Die data zijn ook nog opgeschoven na publicatie van de oorspronkelijke wet.
Kort na de invoering van de maatregel is de wet ook aangepast om te verduidelijken dat het moet gaan om een “vast” laadstation. Dat wil zeggen dat de laadpaal vast met de grond of de muur verbonden moet zijn. Een laadkabel is uitgesloten van het voordeel.
Op een ander punt is de wet dan weer versoepeld. De aanvankelijk verplichte aanmelding bij de FOD Financiën is niet meer nodig.
De andere voorwaarden zijn wel gebleven. Het laadstation moet kunnen communiceren over zijn laadvermogen en status. Het moet namelijk gekoppeld zijn aan een beheerssysteem dat desgevallend het laden kan onderbreken of beperken (“intelligent laadstation”). En het station moet publiek toegankelijk zijn. Het fiscale voordeel is dus beperkt tot laadstations op vrij toegankelijke parkeerterreinen van winkelcentra, supermarkten, winkels en kantoren, waar elke derde zijn elektrische auto kan opladen, ten minste gedurende de gangbare openingstijden. Ten slotte moet het laadstation lineair afgeschreven worden over minstens vijf jaar.
Alle bijkomende kosten (studie, plaatsing, aanpassing bekabeling …) geven ook recht op de verhoogde aftrek.
De maatregel is niet alleen bedoeld voor vennootschappen. Ook zelfstandigen en vrije beroepen kunnen er gebruik van maken.
Investeringsaftrek voor laadinfrastructuur
De verhoogde investeringsaftrek bedraagt momenteel 35% (10,5% bij toepassing van de gespreide investeringsaftrek). Volgend jaar (2024) zakt het percentage tot 29,5%.
De maatregel geldt niet alleen voor laadinfrastructuur voor elektrische vrachtwagens maar ook voor vrachtwagens die op waterstof rijden. Het voordeel is niet combineerbaar met de verhoogde kostenaftrek.
Belastingvermindering
Laadstations die door particulieren geplaatst worden aan of nabij hun woning, moeten, om recht te geven op de belastingvermindering, aan dezelfde voorwaarden voldoen als hierboven vermeld in de context van de verhoogde kostenaftrek. De betrokkenen hebben daarmee recht op een belastingvermindering. Het maximumbedrag per laadpaal en per belastingplichtige is nog opgetrokken na de initiële invoering van de maatregel. Het bedraagt momenteel 1750 euro (oorspronkelijk 1500 euro).
Nieuw is ook een verhoogde belastingvermindering voor laadstations die bidirectioneel laden mogelijk maken (van het eigen elektriciteitsnet naar de auto maar ook omgekeerd: van de auto naar het net). Voor dergelijke installaties ligt het grensbedrag op 8000 euro. Die extra stimulans is van toepassing sinds 1 januari 2023.
De kosten voor de keuring en voor de aanpassing van de elektriciteitsinstallatie (naar drie fasen) komen ook in aanmerking, voor zover het genoemde maximum niet overschreden wordt.
De belastingvermindering wordt momenteel berekend aan een tarief van 30%. Volgend jaar (2024) zakt dat naar 15%.
Als twee echtgenoten samen een laadpaal betalen, wordt het bedrag onder hen verdeeld. Voorbeeld: een laadstation van 2000 euro geeft, na toepassing van de beperking tot 1750 euro, recht op een belastingvermindering van 875 euro (50% van 1750) bij elk van beiden. Aan een tarief van 30% komt dat neer op een effectief belastingvoordeel van 262,5 euro per partner.
Ook huurders kunnen gebruik maken van de maatregel, op voorwaarde dat zij de kosten betalen. Een tweede woning is daarentegen uitgesloten.
Vereist is ten slotte nog dat de laadpaal groene stroom levert. Een groenestroomcontract met de elektriciteitsmaatschappij volstaat daarvoor echter.
De nieuwe circulaire wordt het best samen gelezen met de uitvoerige circulaire nr. 2021/C/115 van 22 december 2021.