Fiscale incentives om kost van elektronische facturering te verlichten

elektronische factuur
13/03/24

De invoering van de gestructureerde elektronische factuur in 2026 gaat gepaard met “flankerende” maatregelen in de inkomstenbelastingen. Voor de uitgaven die de omschakeling met zich meebrengt, kan een nieuwe investeringsaftrek van 20% toegepast worden, of een verhoogde kostenaftrek van 120%. Die laatste maatregel treedt al op 1 januari 2024 in werking.

Vanaf 2026 wordt het verplicht om een elektronische factuur uit te reiken in de meeste B2B-relaties. Het gaat niet zomaar om een elektronische factuur (zoals een pdf als bijlage bij een mail) maar om een gestructureerde elektronische factuur. Dat wil zeggen dat de factuur in een bepaald formaat opgesteld moet zijn met behulp van specifieke software en automatisch verwerkt kan worden. Het aankopen van die software en het implementeren van de nieuwe werkwijze zal in de meeste gevallen een investering vergen.

Om die financiële last voor de bedrijven te verlichten, kunnen ze een beroep doen op twee nieuwe maatregelen. De ene is opgenomen in dezelfde wet die de gestructureerde elektronische factuur verplicht maakt. Die wet is inmiddels verschenen (Wet van 6 februari 2024, Staatsblad van 20 februari 2024). De andere maatregel maakt deel uit van de algemene hervorming van de investeringsaftrek, die momenteel in bespreking is in de Kamer.

Beide maatregelen zijn alleen bedoeld voor zelfstandigen en kleine vennootschappen. Grote vennootschappen komen niet in aanmerking.

Kostenaftrek van 120% gedurende vier jaar

De eerste flankerende maatregel bestaat in een tot 120% verhoogde aftrek als beroepskost.

De maatregel is formeel bedoeld voor “factureringspakketten voor het opstellen, verzenden en ontvangen van elektronische facturen in een gestructureerde vorm die automatische en elektronische verwerking ervan mogelijk maakt” in het kader van de verplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe BTW-regels voor facturering. Het gaat dus in de eerste plaats om de aankoop van softwarepakketten maar ook de kosten van adviesverlening komen in aanmerking voor de verhoogde aftrek. Dat laatste staat niet letterlijk in de wet maar is toegelicht in het parlement.

Opvallend is dat de maatregel onmiddellijk ingaat. Hij is namelijk al van toepassing vanaf 1 januari 2024 (aanslagjaar 2025, voor zover het boekjaar aanvangt op 1 januari 2024 of later), ook al treden de nieuwe BTW-regels pas op 1 januari 2026 in werking. De betrokken ondernemers kunnen zich dus nu al beginnen voorbereiden (mét fiscale ondersteuning).

De ondersteuningsmaatregel met betrekking tot de kostenaftrek is tijdelijk. Hij geldt voor de inkomstenjaren 2024-2027.

Investeringsaftrek van 20%

De tweede flankerende maatregel betreft een verhoogde investeringsaftrek van 20%. Die zou van toepassing zijn vanaf 1 januari 2025 en is niet tijdelijk.

Het nieuwe tarief is niet beperkt tot investeringen speciaal met het oog op de nieuwe BTW-facturatieverplichtingen. Het geldt in het algemeen voor digitale investeringen op het vlak van facturatie, boekhouding, klantenrelatiebeheer, e-commerce en cyberveiligheid. Nieuwe facturatiesoftware in de hoger geschetste zin valt daar in elk geval onder.

Complementaire maatregelen

Beide maatregelen zijn complementair. Afschrijvingen zijn uitgesloten van de verhoogde kostenaftrek aan 120%. Die aftrek is dus van toepassing op kosten die niet geactiveerd worden en is meer specifiek bedoeld voor bedrijven die hun software aankopen via een abonnementsformule.