Antigoon roert zich weer

Vrouwe justitia
08/07/22

De fiscus mag een privéwoning alleen betreden met een machtiging van de politierechter. Maar als de ambtenaren toch binnen gaan in de privéwoning zonder (geldige) machtiging en daar bewijsmateriaal aantreffen, dan is dat bewijsmateriaal niet zonder meer onbruikbaar. Ook in een dergelijk geval moet de Antigoon-toets toegepast worden, oordeelt het Hof van Cassatie.

Bij een controle moet de fiscus zonder meer toegang kunnen krijgen tot de beroepslokalen van de belastingplichtige tijdens de werkuren. Ook in de privévertrekken van de belastingplichtige kan de fiscus een controle uitvoeren, maar daarvoor gelden strenge(re) voorwaarden. Dat is niet meer dan logisch, gezien de bijzondere bescherming die de privéwoning geniet op basis van de Grondwet. De belangrijkste voorwaarde is dat de fiscus eerst een machtiging moet vragen aan de politierechter.

Fiscus vindt belastend materiaal in privéwoning

Wat als de fiscus zonder machtiging toch de privévertrekken betreedt? Als hij daar dan documenten aantreft waaruit blijkt dat bepaalde inkomsten niet zijn aangegeven, gaat het om onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. En onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal mag niet gebruikt worden voor een belastingaanslag. Dergelijke bewijzen moeten gewoon buiten beschouwing gelaten worden. Dat werd tot voor enkele jaren toch algemeen aanvaard.

Maar sinds 2015 ligt dat moeilijker. Het Hof van Cassatie trok toen de zogenaamde Antigoon-leer uit het strafrecht door naar de fiscaliteit. Het uitgangspunt is dat onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal niet zonder meer verworpen moet worden (arrest van 22 mei 2015). Dat moet alleen gebeuren als het bewijs verkregen is op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht dat het gebruik van het bewijs in alle omstandigheden als ontoelaatbaar moet worden geacht, of nog als gebruik van het bewijs het recht van de belastingplichtige op een eerlijk proces in het gedrang zou brengen. Dat noemt men de Antigoon-toets.

Cassatie: fiscus mag die stukken gebruiken

Onlangs heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat diezelfde principes ook spelen in de hierboven geschetste situatie, namelijk waarin de fiscus zonder (geldige) machtiging van de politierechter binnen gaat in een privéwoning en daar bewijzen aantreft van niet-aangegeven inkomsten.

Het Hof van Beroep had nog geoordeeld dat de wet duidelijk genoeg is (over de verplichte machtiging van de politierechter) en dat in die omstandigheden de Antigoon-toets niet aan de orde is. Maar het Hof van Cassatie is het daar dus niet mee eens en vernietigt het arrest van het Hof van Beroep. De redenering van dat laatste Hof zou alleen opgaan als de wet uitdrukkelijk een sanctie koppelt aan het ontbreken van een machtiging. Maar dat is niet het geval. De wet schrijft voor dat de fiscus eerst een machtiging moet vragen, maar spreekt niet van een specifieke sanctie als die voorwaarde niet nageleefd wordt (artikel 319 WIB 1992).

Onrechtmatig bewijs is niet noodzakelijk onbruikbaar

Het Hof van Cassatie herinnert ook nog eens aan de algemene principes. De fiscale wetgeving bevat geen algemene bepaling die het gebruik verbiedt van onrechtmatig verkregen bewijs voor het vaststellen van een belastingschuld of voor het opleggen van een verhoging of een boete. Het gebruik door de fiscus van onrechtmatig verkregen bewijs moet wel worden getoetst aan de beginselen van behoorlijk bestuur en het recht op een eerlijk proces.

Ondanks het feit dat de Antigoon-leer in fiscale zaken intussen al goed bekend is, verbaast dit arrest eigenlijk nog. De woning is immers onschendbaar volgens de Grondwet (artikel 15), en van dat principe kan alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden afgeweken worden. Dat de fiscus de wettelijke voorwaarden met betrekking tot de machtiging van de politierechter niet naleeft, is dus niet zomaar een vormfoutje. In dat licht bekeken, roept het arrest bij sommigen de vraag op hoe het nog zit met de rechtsbescherming en de privacy van de belastingplichtige.

Feitelijke afweging

Maar dit geval moet in zijn context bekeken worden. De fiscus had in deze zaak wel degelijk een machtiging gevraagd aan de politierechter (en gekregen). Het probleem was dat die machtiging volgens de belastingplichtige en volgens het Hof van Beroep niet voldoende gemotiveerd was.  Volgens dat Hof moest de machtiging dan ook buiten beschouwing gelaten worden. Maar voor de Antigoon-toets maakt dat een verschil. Daarbij moet immers (onder meer) de ernst van de inbreuk van de belastingplichtige afgewogen worden tegen de onregelmatigheid die de fiscus begaat. Die afweging moet de rechter voor elk geval apart maken, in functie van de omstandigheden. Als de fiscus flagrant de regels aan zijn laars zou lappen door niet eens een machtiging te vragen, zal een rechter dat ongetwijfeld zwaar laten doorwegen (zwaarder dan “alleen maar” een gebrekkige motivering). In een dergelijk geval leidt het ons inziens weinig twijfel dat het onrechtmatig vergaarde bewijs toch verworpen zal worden. Ook in het licht van de grondwettelijke bescherming van de privéwoonst.

Omgekeerd zal de kans dat het bewijs onbruikbaar verklaard wordt, toenemen naarmate de inbreuk van de belastingplichtige zwaarder is. In deze zaak had de fiscus duidelijke en concrete aanwijzingen dat er zware onregelmatigheden begaan waren. De betrokkenen werden bovendien ook strafrechtelijk veroordeeld in dit dossier.

Een andere relevante omstandigheid is dat in dit geval op het adres van de woning van de betrokkene de maatschappelijke zetel van zijn vennootschap gevestigd was. De bedrijfslokalen van die vennootschap lagen bovendien naast de woning. In die omstandigheden werpt de fiscus vaak op dat de grenzen tussen privé en professioneel vervagen, zeker als ook de boekhouding bewaard wordt in de woning. Het is mogelijk dat een rechter meegaat in die redenering en, in zijn afweging van de Antigoon-criteria, een eventuele schending van de privacy door de fiscus minder zwaar laat doorwegen in een dergelijke situatie.

Wat op het eerste gezicht een heel principiële uitspraak van het Hof van Cassatie lijkt, zal in de praktijk dus wellicht geen al te grote impact hebben. Veel blijft immers afhangen van de concrete omstandigheden van de zaak.

Bron: arrest van het Hof van Cassatie van 21 april 2022, mondelinge vraag van Volksvert. J. Donné van 28 juni 2022 aan de minister van Financiën, (p. 15-16).