Belasting op bedrijfswagen gaat omhoog

Electrische SUV
04/01/21

De formule voor de berekening van het belastbare “voordeel van alle aard” voor het gebruik van een bedrijfswagen wordt elk jaar aangepast aan de evolutie van de gemiddelde uitstoot van het wagenpark. Doordat die gemiddelde uitstoot voor het eerst in drie jaar gedaald is, stijgt – bij een gegeven uitstoot – het belastbare voordeel.

Sinds 1 januari 2012 wordt het voordeel van alle aard voor het gebruik van een firmawagen berekend aan de hand van de catalogusprijs en de CO2-uitstoot. Voor de factor CO2 wordt uitgegaan van een zogenaamde referentie-uitstoot. Hoe verder men boven die referentiewaarde zit, hoe meer belasting men betaalt. Vanuit het perspectief van de overheid betekent dit dat de belastinginkomsten zakken naarmate er meer auto’s komen met een lagere CO2-uitstoot. Om dat effect tegen te gaan, wordt de formule voor de berekening van het voordeel elk jaar aangepast aan de evolutie van de gemiddelde uitstoot van het wagenpark (er wordt gekeken naar de nieuw verkochte auto’s in een bepaalde referentieperiode, met name oktober van het ene jaar tot september van het volgende jaar).

Automatische koppeling aan evolutie uitstoot

Concreet bedroeg de referentie-uitstoot voor een auto met dieselmotor oorspronkelijk 95 gram CO2 per kilometer. Voor die uitstoot geldt een “basispercentage” van 5,5% (van de catalogusprijs). Voor elke gram uitstoot boven de referentiewaarde wordt er 0,1% opgeteld bij het basispercentage. Voor elke gram beneden de referentiewaarde gaat er 0,1% af. Voor auto’s met een benzinemotor was de referentiewaarde oorspronkelijk 115 gram per kilometer.

Naarmate de gemiddelde uitstoot van het wagenpark afneemt, komt ook die referentiewaarde lager te liggen. Beide zijn immers gekoppeld. Een lagere referentie-uitstoot betekent een hoger voordeel van alle aard en dus een hogere belasting (bij een gegeven uitstoot).

Maar dat mechanisme werkt in twee richtingen. Een hogere referentie-uitstoot betekent een lager voordeel van alle aard en dus een lagere belasting. Dat fenomeen deed zich voor tijdens de laatste twee jaren, als gevolg van de toenemende populariteit van SUV’s en van de ontmoediging van diesel.

“Referentie-uitstoot” lager, belasting hoger

Vorig jaar was de referentiewaarde nog gestegen tot 91 gram CO2 per km voor dieselauto’s en tot 111 gram voor benzineauto’s. Maar die trend is nu gekeerd. Dit jaar noteren we weer een daling, zoals de wetgever eigenlijk in gedachten had. Voor inkomstenjaar 2020 moeten we nu uitgaan van 84 gram voor auto’s met een dieselmotor en 102 gram voor auto’s met een benzinemotor.

De daling is een gevolg van de opmars van hybride en elektrische auto’s.

Voorbeeld

De formule is: 6/7 × cataloguswaarde × CO2-percentage.

Voor een auto met dieselmotor die 40.000 euro kost en een uitstoot heeft van 98 gram per km, bedroeg het voordeel van alle aard in 2020 dus 6/7 × 40.000 × 6,2% = 2126 euro (want 5,5 + (98 – 91) × 0,1 = 6,2%). Gerekend aan het hoogste marginaal tarief (50%) betekende dat een jaarlijkse belasting van 1063 euro.

De daling van de referentiewaarde met 7 gram CO2 voor 2021, betekent dat voor dezelfde auto volgend jaar een belastbaar voordeel berekend wordt van 6/7 × 40.000 × 6,9% = 2366 euro (want 5,5 + (98 – 84) × 0,1 = 6,9%). De gebruiker van de auto zal dus 120 euro meer belasting betalen (ca. 128 euro meer met aanvullende gemeentebelasting).

Ook effectieve belastingverhoging

Die verhoging is zo fors dat ze niet meer gecompenseerd wordt door de “leeftijdscorrectie”.  De berekening van het voordeel van alle aard houdt ook rekening met de leeftijd van de auto. Als de belastingplichtige nog met dezelfde auto rijdt, is die auto intussen ook een jaar ouder geworden en profiteert hij/zij dus van de “leeftijdskorting”. Die bedraagt 6% voor de periode tussen 13 tot 24 maanden na de eerste inschrijving (de “belastbare” waarde is dus 94% van de waarde tijdens het eerste jaar). Normaal gezien heeft die correctie als effect dat de meeste mensen niet effectief méér belasting betalen. Zelfs met een daling van de referentie-uitstoot kan de effectieve belasting voor veel gebruikers van een bedrijfswagen toch lichtjes dalen. Maar deze keer is de daling van de referentie-uitstoot zo fors dat dat effect zich niet voordoet.

In ons voorbeeld komt het voordeel dan uit op 2224 euro voor een twee jaar oude auto in 2021. Dus zelfs rekening houdend met de “leeftijdskorting” zal de gebruiker van de auto nog steeds 49 euro belasting méér betalen. Tenzij hij/zij toe is aan een nieuw model en goed op de uitstoot let…

 

Bron: Koninklijk Besluit van 20 december 2020, Staatsblad van 24 december 2020