Belastingverhoging en boete mogen niet samengaan

alarm
15/06/22

Het principe “non bis in idem” houdt in dat men niet twee keer gestraft kan worden voor dezelfde overtreding. Dat lijkt ook te impliceren dat de fiscus niet tegelijk een belastingverhoging en een administratieve boete mag opleggen. Het Hof van Cassatie bevestigt nu dat een cumul van die beide sancties inderdaad uitgesloten is. Steeds minder mensen twijfelden daaraan. Maar is daarmee de discussie definitief gesloten?

 

De fiscus kan een belastingverhoging van 10% tot 200% opleggen voor overtredingen die te maken hebben met de aangifte: geen aangifte indienen, een laattijdige aangifte of een onjuiste aangifte (artikel 444 WIB 1992).

Daarnaast kan de fiscus een administratieve boete opleggen van 400 tot 10.000 euro (met opdeciemen) voor elke fiscale overtreding (artikel 445 WIB 1992).

Op papier is het dus mogelijk dat bijvoorbeeld voor het niet indienen van een aangifte zowel een belastingverhoging als een administratieve boete opgelegd wordt. De fiscus vindt traditioneel dat daar niets op tegen is.

 

Sancties met strafkarakter

De vraag is dan wel of de fiscus het principe “non bis in idem” niet vergeet. Dat houdt in dat eenzelfde overtreding niet twee keer bestraft kan worden. Het beginsel is afkomstig uit het strafrecht maar is ook van toepassing op sancties die niet door de strafrechter maar door een belastingadministratie opgelegd worden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) laat er immers geen twijfel over bestaan dat administratieve sancties van enig gewicht (en dat hoeft echt niet hoog te zijn) een strafrechtelijk karakter krijgen. En dan zijn meteen ook de beginselen en waarborgen uit het strafrecht van toepassing zijn.

Daarom wordt al lang geopperd dat een belastingverhoging en een administratieve boete niet tegelijk opgelegd kunnen worden. De laatste tijd leek zelfs de fiscus zich daar meer en meer bij neer te leggen. Ook de wetgever gaat er nu van uit dat beide sancties inderdaad niet kunnen samengaan (zie bijv. https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/54/2400/54K2400001.pdf, p. 13).

Eigenlijk kwam het dus niet als een grote verrassing dat het Hof van Cassatie vorige maand oordeelde dat de fiscus het “non bis in idem”-beginsel geschonden had door voor één en dezelfde inbreuk (het niet indienen van een aangifte) zowel een belastingverhoging als een administratieve boete op te leggen.

 

Twee “nauw verbonden” sancties mogen wel

Maar is de discussie daarmee echt gesloten? Het is niet uitgesloten dat de fiscus voet bij stuk houdt. In 2016 heeft het EHRM zich namelijk uitgesproken in een geruchtmakende zaak die het beginsel “non bis in idem” enigszins op losse schroeven leek te zetten (arrest van 15 november 2016, zaak A & B tegen Noorwegen).

Het is toch mogelijk om twee administratieve fiscale sancties (met strafkarakter) op te leggen aan eenzelfde persoon en wegens dezelfde feiten, op voorwaarde dat de sancties nauw met elkaar verbonden zijn, aldus het EHRM (het principe “non bis in idem” betreft immers vooral een verbod op twee verschillende procedures, los van de effectieve straffen). Van nauw met elkaar verbonden sancties kunnen we spreken als beide sancties complementaire doeleinden nastreven en dus verschillende aspecten van eenzelfde wangedrag betreffen. Verder is vereist dat dubbele bewijsgaring vermeden wordt, bijvoorbeeld door te vermijden dat twee verschillende diensten van de fiscus elk apart de zaak onderzoeken en behandelen. Tot slot moet de ene sanctie in rekening worden gebracht bij het bepalen van de hoogte van de andere sanctie. Met andere woorden: men moet erover waken dat beide sancties samen niet zo zwaar zijn dat we te maken krijgen met een onevenredig zware bestraffing, en desnoods (een van) beide sancties milderen om dat te vermijden.

Het Hof van Cassatie herinnert uitdrukkelijk aan die principes. Maar het Hof voegt daar meteen aan toe dat het alleen aan de feitenrechter toekomt om te beoordelen of twee verschillende administratieve sancties complementaire doeleinden nastreven en verschillende aspecten van eenzelfde wangedrag betreffen.

 

Complementaire doelen of niet?

In dit geval was de feitenrechter (het hof van beroep) van mening dat de administratieve boete en de belastingverhoging geen complementaire doeleinden maar wel dezelfde doeleinden dienden, en concreet geen betrekking hadden op verschillende aspecten van eenzelfde wangedrag. Integendeel: de maatschappelijke doelstellingen van beide bestraffingen zijn dezelfde volgens het hof van beroep, ze vullen elkaar niet aan.

Voor het Hof van Cassatie is daarmee de kous af. Maar de vraag is of die stellingname eigenlijk de deur niet open laat voor een feitenrechter die, in andere omstandigheden, oordeelt dat beide sancties toch complementair zijn. Het begrip “verschillende aspecten van eenzelfde wangedrag” blijft immers vaag. Hoe “verschillend” moeten die aspecten zijn? Volstaat het bijvoorbeeld om te argumenteren dat het niet naleven van wettelijke formaliteiten en het verhullen van belastbare inkomsten twee onderscheiden aspecten zijn van eenzelfde inbreuk, de niet-aangifte? Of komt dat hoe dan ook op hetzelfde neer? Toekomstige rechtspraak zal het wellicht uitwijzen…

 

Bron: arrest van het Hof van Cassatie van 21 april 2022