Geen fiche 281.50 meer nodig als er factuur is

belastingen
07/03/22

Er komt eindelijk zekerheid met betrekking tot de vraag of er nog fiches 281.50 opgemaakt moeten worden voor prestaties waarvoor een factuur afgeleverd wordt. De bestaande administratieve tolerantie wordt ingeschreven in de wet en – vooral – uitgebreid tot buitenlandse leveranciers of dienstverrichters, of toch binnen Europa. Een aanzienlijke administratieve last valt dus weg. Bovendien wordt het drempelbedrag opgetrokken voor kleine betalingen waarvoor sowieso geen fiche nodig is. Op een ander punt worden de ficheverplichtingen dan weer uitgebreid.

Artikel 57 van het WIB 1992 schrijft voor dat er fiscale fiches opgemaakt moeten worden door al wie commissies, erelonen en andere vergoedingen uitbetaalt of voordelen van alle aard toekent aan een genieter voor wie die vergoedingen of voordelen belastbare beroepsinkomsten vormen. Het gaat dan concreet om fiches 281.50. Zonder fiches zijn de betrokken betalingen niet aftrekbaar (en kan een aanslag geheime commissielonen opgelegd worden aan vennootschappen).

Aan die bepaling wordt nu een belangrijke uitzondering toegevoegd. Er moeten géén fiches opgemaakt worden als de betaling te maken heeft met de levering van goederen of met het verrichten van diensten door een belastingplichtige die gevestigd is in een land van de Europese Unie of een ander land van de Europese Economische Ruimte (Noorwegen, IJsland, Liechtenstein), althans op voorwaarde dat die laatste een factuur afgeleverd heeft.

Vanaf 1 januari 2022

Die toevoeging is gebeurd met de wet “houdende diverse fiscale bepalingen”, die op 13 januari goedgekeurd is in de Kamer. De wet verschijnt binnenkort in het Staatsblad. De datum van inwerkingtreding is 1 januari 2022.

Met een “factuur” wordt niet alleen een officiële BTW-factuur bedoeld maar ook een creditnota, of een vereenvoudigde factuur (in de zin van artikel 13 KB nr. 1), of een “bijzonder stuk” voor leveringen of dienstverrichtingen binnen een BTW-eenheid.

Dat er geen fiches 281.50 nodig zijn als er een factuur is, wordt vanouds aanvaard door de fiscus. Maar strikt op basis van de letterlijke wettekst was dat niet duidelijk. Daarom is het een goede zaak dat de administratieve tolerantie nu ingeschreven wordt in de wet. Elke onzekerheid is daarmee uitgesloten. De maatregel is ook niet meer dan logisch. Fiscale fiches dienen om de fiscus de gegevens te bezorgen die hij nodig heeft om de genieter van de commissielonen en andere vergoedingen te belasten. Maar als er een factuur of een vergelijkbaar document bestaat, heeft de fiscus via die weg ook de nodige gegevens in handen en zijn fiscale fiches dus in wezen overbodig.

Facturen uit EU/EER

Er bleef wel nog discussie over de vraag of ook buitenlandse facturen aanleiding geven tot een vrijstelling van het opmaken van fiches. Veel belastingplichtigen gingen daarvan uit maar de fiscus heeft het nooit officieel toegestaan. Ook het feit dat fiches nutteloos zijn als de genieter van het inkomen toch niet in België belastbaar is, vindt de fiscus geen argument. De info zou immers van pas kunnen komen in het kader van internationale gegevensuitwisseling. Er bleef dus onzekerheid. Die onzekerheid wordt nu weggenomen door de wetswijziging.

De maatregel met betrekking tot “Europese” facturen is niet meer dan logisch. Belastingplichtigen uit een ander EU-land zijn in principe onderworpen aan dezelfde of gelijkaardige BTW- en boekhoudverplichtingen als Belgische belastingplichtigen, dus is er geen reden om hun facturen anders te behandelen dan Belgische facturen. Voor facturen die afkomstig zijn uit landen van buiten de EU (of EER), verandert er echter niets. Voor betalingen aan leveranciers of dienstverrichters uit die landen zullen dus nog steeds fiches opgemaakt moeten worden. En in de praktijk eist de fiscus dat doorgaans ook. Waar de wetswijziging geen einde aan maakt, is de onduidelijkheid over het woord “vergoeding”…

Drempel van 1.000 euro (mogelijk)

De administratieve last voor het opmaken van fiches wordt op nog een ander punt verlicht. Tot nu toe was de regel dat geen fiches opgemaakt moeten worden voor betalingen van minder dan 125 euro. Dat bedrag is al jaren ongewijzigd gebleven en was dus dringend aan een update toe. Dat is nu ook gebeurd. De drempel wordt opgetrokken tot 1.000 euro, althans in theorie. Er wordt in de wet ingeschreven dat de drempel bij koninklijk besluit opgetrokken kan worden tot maximaal 1.000 euro. Het is voorlopig nog wachten op het KB dat de verhoging effectief doet ingaan, en op het exacte bedrag. De drempel geldt per jaar en per leverancier of dienstverrichter.

Auteursrechten

Op één punt wordt de ficheverplichting niet versoepeld maar juist uitgebreid door de nieuwe wet. Het wordt namelijk verplicht om fiches op te maken voor de uitbetaling van auteursrechten. De betreffende fiche bestond al (fiche 281.45) maar het gebruik ervan was tot nu toe facultatief. De aanslag geheime commissielonen wordt zelfs uitdrukkelijk van toepassing gemaakt op gevallen waarin geen fiche opgemaakt is voor auteursrechten.

De maatregel met betrekking tot auteursrechten heeft terugwerkende kracht in de zin dat hij van toepassing is op vanaf 1 januari 2021 betaalde of toegekende inkomsten tijdens een belastbaar tijdperk dat ten vroegste verbonden is met het aanslagjaar 2022.

 

Bron: https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/2351/55K2351008.pdf (art. 32, 45 en 125)