Thuiswerken kan ook vanuit zonnige oorden

Zicht op Saint Tropez
03/01/22

Dat men aan telewerk doet vanuit Toscane of een andere exotische locatie, belet niet dat de kosten die dat telewerk met zich meebrengt, gewoon ingebracht kunnen worden als beroepskost. Maar op enkele dingen moet men wel letten.

De coronacrisis en de veralgemening van thuiswerk die daar vaak mee samenhing, heeft nieuwe opportuniteiten geschapen voor werknemers die prijs stellen op maximale flexibiliteit. Doordat het werk niet meer gebonden is aan een vaste plaats, zijn ze in principe vrij om naar eigen inzicht en voorkeur een aangename(re) werkplek op te zoeken. We spreken dan van digital nomads: werknemers die ervan uitgaan dat ze via het internet gelijk waar over de hele wereld kunnen werken en dus eigenlijk reizen en werken combineren.

“Digital nomads”: thuis is waar mijn computer staat

Op dat publiek wordt ingespeeld door twee Italiaanse gemeenten die erg lijden onder plattelandsvlucht. De jeugd trekt daar weg uit de dorpen om in de stad te gaan wonen, waardoor die gemeenten vaak wanhopig op zoek zijn naar manieren om nieuwe inwoners aan te trekken. De dorpen Santa Fiora (in Toscane) en Rieti (in Lazio) hebben iets origineels bedacht. Zij betalen 50% van de huur terug aan mensen die zich in hun gemeente komen vestigen om van daar uit aan telewerk te doen. Dat riep meteen de vraag op hoe de fiscus zou aankijken tegen een dergelijke verhuis.

En het antwoord is positief. In principe maakt het niet uit vanaf welke locatie men aan telewerk doet. Fiscaal is thuiswerk vooral “interessant” omdat de kosten voor de bureau- of werkruimte  afgetrokken kunnen worden als beroepskost (weliswaar op voorwaarde dat men werkelijke beroepskosten bewijst in plaats van het forfait te gebruiken, en dat dezelfde kosten niet door de werkgever terugbetaald worden als onderdeel van een onkosten- of thuiswerkvergoeding). Voor die aftrek maakt het in principe geen verschil of men écht thuis of op verplaatsing werkt. Wie tijdelijk een huis huurt in Toscane, kan dus ook de kosten in aftrek brengen. In deze context geldt eigenlijk: “Thuis is waar mijn computer staat”, om een oude reclameslogan te parafraseren.

Gekende regels

Maar men kan natuurlijk niet de volledige huur in aftrek brengen. Dat kan alleen voor de ruimten die effectief professioneel gebruikt worden. Voor de rest van het huis staat de fiscus geen aftrek toe. In de praktijk worden de kosten – huur of afschrijving, verzekering, onderhoud, vastgoedbelastingen, water, elektriciteit en verwarming … – meestal omgedeeld volgens het aandeel van de oppervlakte van het “kantoor” in de totale oppervlakte van het huis. Daarbovenop is nog aftrek mogelijk voor bijkomende kosten voor kantoormateriaal, internet, enzovoort.

“Toeristisch aspect” mag niet overwegen

Dat zijn de gekende regels. Toch zijn er beperkingen voor wie nu de aandrang voelt om exotische oorden te gaan opzoeken. De minister waarschuwt namelijk dat het niet de bedoeling kan zijn om een vakantiereisje te vermommen als een beroepsmatige verplaatsing. Regelmatig zijn mailbox checken vanuit een vakantieoord en enkele mailtjes beantwoorden of enkele telefoontjes plegen, volstaat niet om te spreken van een beroepsmatig verblijf. Als het toeristische aspect overweegt, is aftrek uitgesloten, vermaant de minister. In de praktijk doet men er dus goed aan bewijzen klaar te houden dat men echt (lang) gewerkt heeft op de betreffende exotische locatie. Bovendien heeft de fiscus altijd de mogelijkheid om “onredelijke kosten” te verwerpen. Dus zelfs als men écht aan telewerk doet vanuit den vreemde, bestaat nog altijd de mogelijkheid dat de fiscus moeilijk doet als die bijvoorbeeld vaststelt dat de huurprijs op die locatie merkelijk hoger ligt dan voor uw bescheiden woonst te lande.

Tot slot is het belangrijk om te onthouden dat men niet op twee plaatsen tegelijk kan werken. Wie tijdelijk vanuit het buitenland aan telewerk doet, kan dus niet voor dezelfde periode ook nog eens kosten voor de woning thuis in aftrek brengen.

 

Bron: Parlementaire Vraag nr. 446 van Volksvert. B. Pas van 1 juli 2021 (p. 222)